Digitalisering is één van de topprioriteiten van de overheid. Om hieraan invulling te geven heeft het kabinet de Nederlandse Digitaliseringsstrategie uitgebracht. Als onderdeel daarvan is een brede Agenda Digitale Overheid ontwikkeld. Deze agenda kreeg in 2018 de naam NL DIGIbeter en wordt jaarlijks geactualiseerd. In het wetsvoorstel Digitale Overheid (Wdo)_wordt de wettelijke basis gelegd voor de basisinfrastructuur. Voorheen heette de Wdo de Wet generieke digitale infrastructuur (Wet GDI). De GDI valt in de toekomst voor een groot deel onder de Wdo.
De Wdo regelt onder andere het veilig en betrouwbaar inloggen voor Nederlandse burgers en bedrijven bij de (semi-)overheid. Met veilig en betrouwbaar inloggen wordt bedoeld dat burgers en bedrijven elektronische identificatiemiddelen (eID) krijgen met een hogere mate van betrouwbaarheid. De wet regelt dat publieke dienstverleners verplicht zijn om, daar waar nodig, inlogniveaus van het betrouwbaarheidsniveau ‘Substantieel’ of ‘Hoog’ te gebruiken om toegang te geven tot online diensten. De wet stelt daarnaast open standaarden verplicht. Hiermee implementeert Nederland de EU richtlijn over toegankelijkheid van overheidswebsites en apps..
Het wetsvoorstel is op 18 februari 2020 door de Tweede Kamer aangenomen. Vragen van de Eerste Kamer bij het wetsvoorstel digitale overheid (WDO) hebben er toe geleid dat de Staatssecretaris van BZK een wetswijziging zal indienen. Met deze zgn. novelle wordt privacybescherming steviger in de WDO verankerd. Er komt een wettelijk verhandelverbod voor gegevens en de principes privacy by design en open source worden in de wet opgenomen. Hierdoor wordt inloggen bij de overheid veiliger en betrouwbaarder. Door de wetswijziging na vragen van de Eerste Kamer wordt de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding van de wet 1 juli 2022. De daadwerkelijke datum van de inwerkingtreding is afhankelijk van wanneer de Kamer het wetsvoorstel met de wijziging bespreekt.
De eerste tranche van de Wdo:
• legt de taken en verantwoordelijkheden vast voor veilige toegang tot de digitale overheid;
• legt verplichtingen op aan mede-overheden om veilig en betrouwbaar aan te sluiten en hun dienstverlening in te delen op een bepaald betrouwbaarheidsniveau;
• stelt regels over de bekostiging daarvoor en het toezicht daarop;
• biedt zekerheden voor burgers en bedrijven;
• biedt uitgangspunten voor informatiebeveiliging en de verwerking van persoonsgegevens;
• regelt het gebruik van open standaarden.
De wet gaat gelden voor bestuursorganen en organisaties die door de wet worden aangewezen, denk bijvoorbeeld aan semipublieke organisaties zoals zorgverzekeraars. Daarnaast wordt, in een omgeving waar gegevens digitaal en uitwisselbaar zijn, samenwerken belangrijker tussen afdelingen en tussen ketenpartners. Digitalisering vraagt van medewerkers dat ze continu blijven leren. Van organisaties vraagt het ruimte voor experimenteren en innovatie. De hoeveelheid administratief werk zal afnemen.
Een geleidelijke ontwikkeling over de jaren.
Deze wet Digitale Overheid treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Stichting digitale overheid, Digitale overheid, BZK, EZK, VNG